Belastingmaatregelen DGA

Belastingmaatregelen DGA

Voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA) veranderen vanaf 1 januari 2020 een aantal zaken. Zo wordt de hypotheekrenteaftrek verder beperkt en gaat het box 2-tarief omhoog naar 26,25% en in 2021 zelfs tot 26,90 procent. Daarnaast wordt de maatregel tegen excessief lenen hoogstwaarschijnlijk in 2022 van kracht en zal het systeem van box 3 in 2022 ingrijpend wijzigen. Hierdoor kan het fiscaal handig zijn om nog dit jaar dividend uit te keren. Daarnaast is het verstandig om uw beleggingen en eigenwoningfinanciering tegen het licht te houden.

Wat betekent dit voor de DGA?
Als u op korte termijn van plan bent dividend uit te keren voor een bepaald doel, dan kan het verstandig zijn om de uitkering en de besteding nog in 2019 te doen. Dit bespaart 1,25% inkomstenbelasting (box 2) ten opzichte van wanneer de uitkering in 2020 zou worden gedaan. Hierbij dient wel aan de vermogensrendementsheffing van Box 3 worden gedacht. Als het uitgekeerde dividend voor jaareinde niet wordt gebruikt voor bijvoorbeeld aflossing van een lening of een schenking wordt het uitgekeerde dividend wellicht in het jaar 2020 in box 3 belast (effectief box 3-tarief 2020 tot 103.825 euro: 0,54 procent, tot 1.036.000 euro: 1,27 procent en daarboven: 1,6 procent).
In dit kader kan overwogen worden om bijvoorbeeld uw eigenwoninglening geheel of gedeeltelijk af te lossen. De aftrek van uw hypotheekrente in de inkomstenbelasting wordt namelijk komende jaren in toenemende mate beperkt. Volgend jaar is het maximale tarief waartegen u uw hypotheekrente in aftrek kunt brengen 46 procent en dat neemt verder af tot 37,10 procent in 2023.
Ook kan worden overwogen om een lening vanuit de bv aan privé af te lossen. Als een DGA samen met zijn/haar partner meer dan 500.000 euro leent van eigen bv(‘s), dan wordt het meerdere naar alle waarschijnlijkheid vanaf 2022 belast met 26,9 procent inkomstenbelasting (box 2). Vooruitlopend op de regelingen tegen excessief lenen kan nu alvast overwogen worden of eventuele schulden aan de bv met een dividenduitkering in 2019 (nu nog tegen 25 procent) af te lossen.
Ten slotte is aangekondigd dat vanaf 2022 de heffingssystematiek in box 3 wijzigt. Al deze ontwikkelingen tezamen maken dit het uitgelezen moment om uw financieringen en de vormgeving en wijze van belegging te heroverwegen.

De maatregelen in hoofdlijnen
1. Beperking hypotheekrenteaftrek
Het maximale aftrektarief voor de hypotheekrenteaftrek wordt in 2020 verder afgebouwd naar 46 procent. Per jaar wordt de maximale hypotheekrenteaftrek met drie procentpunt afgebouwd naar uiteindelijk het basistarief van 37,10 procent in 2023.

2. Verhoging box 2-tarief
Het box 2-tarief gaat per 1 januari 2020 omhoog naar 26,25 procent. In 2021 wordt het box 2-tarief 26,9 procent.
Deze verhoging hangt samen met de eerder aangekondigde verlaging van het vennootschapsbelastingtarief. Op basis van het Pakket Belastingplan 2020 gaat die verlaging voor een gedeelte niet door terwijl de verhoging van het box 2-tarief naar verwachting wel doorgaat.

3. Beperking excessief lenen
De DGA mag in 2022 niet meer dan 500.000 euro onbelast lenen van zijn eigen bv(‘s), op basis van een maatregel die al vorig jaar was aangekondigd. Wanneer een DGA samen met zijn/haar partner meer dan 500.000 euro leent, dan wordt het meerdere vanaf 2022 per jaareinde belast met 26,9 procent inkomstenbelasting alsof het een dividenduitkering is. Eigenwoningleningen worden onder voorwaarden uitgezonderd. Omdat het eerste toetsmoment 31 december 2022 is, heeft de DGA tot dat moment de tijd om bovenmatige schulden zoveel mogelijk af te lossen.
Over deze maatregel is de nodige discussie. Mogelijk wijzigen onderdelen van de maatregel nog vóór invoering in 2022.

4. Aanpassing box 3
Het kabinet zal de box 3-heffing per 2022 aanpassen. Daarbij wordt voor het bepalen van het inkomen in box 3 gerekend met de verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden. Op dit moment werkt box 3 nog met een forfaitaire verhouding tussen spaargeld en beleggingen. Bovendien wordt het forfaitaire rendement meer in overeenstemming gebracht met het werkelijke rendement. De wetgever komt vooral tegemoet aan bezwaren van belastingplichtigen met vooral spaargeld.
Echter, volgens die plannen kunt u de waarde van de schulden niet langer in mindering brengen op uw bezittingen, maar slechts een forfaitaire debetrente (3,03 procent) aftrekken van uw forfaitaire inkomen uit bezittingen.

Het gevolg van de aanpassingen is dat privé ‘spaarders’ tot een bedrag van ongeveer EUR 440.000 (EUR 880.000 met fiscaal partner) worden vrijgesteld van belastingheffing in privé. De vrijstelling is aanzienlijk lager als een belastingplichtige het vermogen belegt, op een deposito zet of op een andere wijze wordt gehouden.

De DGA heeft de mogelijkheid om het vermogen in zijn BV onder te brengen en op deze wijze de heffing in box 3 te voorkomen.

5. Verhoog tijdig uw voorlopige aanslag inkomstenbelasting
Mocht er besloten worden om in 2019 dividend uit te keren, dan kan worden overwogen om een (nadere) voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2019 in te dienen. Dit voorkomt een hoge aanslag inkomstenbelasting naar aanleiding van de aangifte over IB 2019 en eventuele belastingrente.

Hebt u vragen of wenst u van gedachte te wisselen over de vraag of het uitkeren van dividend, aflossen van uw eigenwoningschuld en het verzoek om een (nadere) voorlopige aanslag inkomstenbelasting gunstig is in uw situatie, neem dan contact met ons op.

mr. L.J. Bouwer RB
Administratie- en Adviesburo Bouwer BV
Telefoon: 078-6393777

lbouwer