In bijzondere situaties kunt u uw personeel korter laten werken. De uitbraak van het coronavirus en de daaropvolgende maatregelen zijn een reden dat personeel tijdelijk niet of minder ingezet kan worden. Als werkgever kan dan werktijdverkorting en een WW-uitkering voor het personeel worden aangevraagd. Hieronder staat kort de procedure en de voorwaarden voor de maatregel.
Procedure
Om een WW-uitkering voor werktijdverkorting te krijgen als werkgever moeten de volgende stappen worden doorlopen:
- Aanvraag vergunning bij het ministerie van SZW;
- Melding van de vergunning bij het UWV;
- Aanvragen WW-uitkering bij werktijdverkorting.
Werktijdverkorting kan niet met terugwerkende kracht worden toegepast. Over perioden voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag van de werkgever is ontvangen, kan geen werktijdverkorting worden toegepast.
1. Welke regels gelden voor werktijdverkorting en het coronavirus?
Hoofdregel is dat een werkgever niet eenzijdig de werktijd van zijn werknemer(s) mag verkorten. Werktijdverkorting is een uitzondering op die hoofdregel en kan alleen worden toegepast als de werkgever daarvoor een vergunning heeft.
Die vergunning wordt alleen verleend als:
- de bedrijvigheid in de onderneming tot een abnormaal laag niveau is gedaald,
- in een periode van minimaal 2 tot maximaal 24 weken is minstens 20% minder werk voorhanden als direct gevolg van de bijzondere omstandigheid (in dit geval het coronavirus).
- de oorzaken ervan niet tot het normale bedrijfsrisico behoren en
- de daling tijdelijk, dus niet structureel is.
Deze regels zijn uitgewerkt in Beleidsregels ontheffing verbod op werktijdverkorting 2004.
Een vergunning voor werktijdverkorting wordt aangevraagd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Deze vergunning geldt maximaal zes weken. Als blijkt dat zes weken werktijdverkorting te kort is, dan kan verlenging van de vergunning worden aangevraagd bij het ministerie van SZW.
Link naar aanvraagformulier: https://www.uitvoeringarbeidsvoorwaardenwetgeving.nl/mozard/!suite09.scherm1089?mWfr=123
2. Melding bij het UWV
Als het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de vergunning heeft verleend, dan moet die vergunning worden aangemeld bij het UWV
Meer info op: https://www.uwv.nl/werkgevers/formulieren/melden-werktijdverkorting.aspx
Een verlenging van de vergunning hoeft niet opnieuw aan het UWV te worden gemeld.
3. Als een werkgever toestemming heeft gekregen om werktijdverkorting toe te passen, hoe werkt dat dan?
Het UWV vergoedt achteraf pas de uren die de werknemers tijdens de vergunningsperiode niet hebben gewerkt én die vallen onder de verleende vergunning.
De werkgever vraagt de tijdelijke WW-uitkering wegens werktijdverkorting aan binnen een week na afloop van de vergunningsperiode. Dit is dus in de zevende week nadat de vergunning is verstrekt.
Meer info op: https://www.uwv.nl/werkgevers/formulieren/aanvragen-ww-uitkering-bij-werktijdverkorting.aspx
Het UWV zal de WW-uitkeringen aan de werkgever uitbetalen. De werkgever moet het loon van de werknemers dus gewoon aan de werknemers blijven uitbetalen.